International Women’s Day
Jip Stijns is projectmanager bij digitaal creatief bureau Havana Harbor en net moeder geworden. Haar CANDID-collega Valeri Djodikromo is in zeven jaar tijd opgeklommen tot communications director bij Mediabureau STROOM. In de week van International Women’s Day gaan ze met elkaar in gesprek over vooroordelen, het thema dit jaar.
Jip: ‘Jij bent tien jaar verder dan ik. Ben jij nog altijd zo ambitieus als toen je begon?’
Valeri: ‘Nee. Vroeger wilde ik alleen maar carrière maken. Mijn doel was om minimaal op directorsniveau komen. Daar ben ik nu, en ik heb zoiets van: het is goed. Wat ik nu wil, is dat het team zich verrijkt en dat de mensen die net beginnen worden opgeleid. Mijn drijfveer is nu om mensen te laten groeien, ze in hun kracht te laten staan. Misschien is dat gevoel wel sterker geworden sinds ik moeder ben, omdat ik een dochter heb van vijf.’
Jip: ‘Ik ben net moeder geworden en snap heel goed wat je zegt. Vlak voor de geboorte van mijn kind heb ik een burn-out gehad doordat ik overal met 200 procent voor ging. Sindsdien ben ik selectiever in wat ik aanpak. Daardoor heb ik een betere balans gevonden. Ik doe mijn werk nu meer vanuit een interne dan een externe drive. Als er mogelijkheden zijn om door te groeien of wanneer er een nieuwe uitdaging komt, dan sta ik daarvoor open. Ik maak geen plan meer, omdat mij dat het gevoel geeft dat ik moet racen.’
Valeri: ‘Ik heb precies hetzelfde pad doorlopen als jij. Ik was ook 27 toen ik een burn-out kreeg. Er is een groot verschil tussen de manier waarop ik vroeger en hoe ik nu in mijn werk sta. Het leven gaat niet zoals je wilt, dat heb ik de afgelopen jaren ook ervaren. Dat wat er op mijn pad komt, bepaalt waar ik over een paar jaar sta. Ik hoop dat ik dan nog met veel plezier dit werk doe. Dat ik dan nog met dezelfde innerlijke drijfveer mijn leven leid als nu, zowel op privé als op professioneel vlak.’
Jip: ‘Heb jij als vrouw wel eens last gehad van vooroordelen op de werkvloer?’
Valeri: ‘ Ik ben vrouw, niet zo groot én heb een niet-westerse achtergrond. Die combinatie heeft niet altijd in mijn voordeel gewerkt. In de dertien jaar dat ik nu in het vak zit, heb ik vaak vergelijkbare situaties meegemaakt. Bij vorige werknemers heeft dat me soms geremd in mijn ontwikkeling. Collega’s twijfelden of ik wel serieus zou worden genomen als ik alleen bij een klant zou zitten, omdat ik er ‘jong’ uitzag. Daar ben ik wel onzeker van geweest, maar gelukkig niet voor lang. Inmiddels zit ik nu zolang in het vak dat de meeste mensen mij wel kennen en het tijdens een belangrijk gesprek in m’n eentje ook wel goedkomt. Herken je dit?’
Jip: ‘Absoluut. Ik merk toch dat er onbewust nog altijd sprake is van vooroordelen jegens vrouwen. Er klinken nog best vaak seksistische opmerkingen die misschien niet zo bedoeld zijn. En toen ik nog wat jonger was, werd ik net als jij niet altijd even serieus genomen. Met mijn blonde haar werd ik wel eens ‘dametje’ genoemd, ook bij meetings en klanten. Niet per se op een denigrerende manier, maar ik vind dat zo’n woord an sich al niet voor een professionele houding zorgt. Ik krijg daarbij het gevoel dat anderen denken: weet dat jonge, blonde grietje wel waar ze het over heeft? Ik had een mannelijke collega van precies dezelfde leeftijd en met precies dezelfde werkervaring. Die liet ik op den duur steeds vaker aansluiten bij gesprekken omdat ik merkte dat ik dan serieuzer werd genomen. Dat werkte. Een tweede gesprek, zonder die collega, kon dan heel anders verlopen. Mannen worden kennelijk toch nog vaak meer als zwaargewicht gezien.’
Valeri: ‘Dat denk ik ook. Als ik terugblik, kan ik zeggen dat zoiets mij juist meer motivatie heeft gegeven om door te gaan.’
Jip: ‘Ik kon er vroeger boos om worden. Maar doordat ik ervaring heb opgebouwd in het speelveld, stel ik me er nu op in en ga ik er anders mee om. Daarnaast heb ik meer kennis en ervaring. Dat neemt niet weg dat er aan die cultuur iets moet veranderen.’
Valeri: ‘Dat begint bij het personeelsbeleid. Wij kijken daarom eerst naar de persoon, zijn of haar drijfveren, of het een waardevolle toevoeging is aan het team en of diegene past bij de bedrijfscultuur. We kijken niet per se naar specifieke media-ervaring. De business leren we ze vervolgens zelf wel. Op die manier geef je ook jonge mensen en vrouwen een eerlijke kans. Dat zorgt voor een goede balans van kwaliteiten. Bij STROOM zijn we bewust die weg ingeslagen en dat bevalt heel goed.’
Jip: ‘Ik word er blij van hoe iemand als Valeri in het beleid staat. Bij ons staat ook een vrouw aan het roer. Zij is een powerhouse, maar tegelijkertijd in balans met anderen. Ze zoekt ook naar mensen die het team versterken, ongeacht geslacht of afkomst. Dit inspireert en creëert een cultuur waarin iedereen kan groeien en daar een eerlijke kans voor krijgt.’